NOS Nieuws•
-
Jan Kleinnijenhuis
verslaggever Nieuwsuur
-
Thomas Spekschoor
verslaggever
-
Jan Kleinnijenhuis
verslaggever Nieuwsuur
-
Thomas Spekschoor
verslaggever
Folkert Idsinga, de vandaag afgetreden NSC-staatssecretaris van Financiën, investeerde voor zijn politieke carrière in een algenbedrijf. Die investering was fiscaal zo aantrekkelijk dat hij mogelijk direct al meer geld van de Belastingdienst terugkreeg dan hij zelf investeerde. Fiscalisten noemen de constructie fiscaal agressief.
Er leven al langer vragen over de investeringen van Folkert Idsinga, die een flink vermogen verdiende in de 25 jaar dat hij werkzaam was als belastingadviseur aan de Amsterdamse Zuidas. In totaal bezit hij voor ruim 6 miljoen euro aan aandelen en spaargeld, maar hij wilde niet openbaren waarin hij investeerde.
De onderzoeksredactie van de NOS en Nieuwsuur deed de afgelopen maanden onderzoek naar een investering die door formateur Richard van Zwol wel met naam werd genoemd. Dat betreft een meerderheidsbelang in de vennootschap Algaerator 906 B.V. Dat bedrijf is gelieerd aan een producent van algen die verwerkt kunnen worden tot voedsel. Idsinga deed de investering in 2019, nog voordat hij politiek actief werd.
De vennootschap Algaerator 906 beheert een of meerdere machines waarmee algen kunnen worden gekweekt. Omdat de algen gebruikt kunnen worden als vervanger van dierlijke eiwitten en vetzuren komen de machines in aanmerking voor aantrekkelijke fiscale stimuleringsregelingen, bedoeld om milieuvriendelijke investeringen door ondernemers aan te jagen.
Ondernemer of belegger?
In zijn toelichting op zijn aftreden sprak Idsinga vandaag consequent over zichzelf als ondernemer. En het is precies die term waar fiscaal experts vraagtekens bij zetten. Want is Idsinga hier een ondernemer? Of een belegger? Het antwoord op die vraag is van belang, want als ondernemer heeft Idsinga recht op een forse fiscale subsidie. Als belegger niet.
“Wat je vaak ziet is dat met behulp van een ingewikkelde fiscale constructie een fiscale aftrek die bedoeld is voor ondernemers door beleggers wordt benut naar privé”, zegt Martijn Nouwen, universitair hoofddocent belastingrecht aan de Universiteit Leiden. “Hierdoor kunnen de beleggers, die vaak vermogend zijn, veel belasting terugkrijgen.”
Dat komt omdat de beleggers een post krijgen die zij mogen aftrekken van hun inkomstenbelasting. Dat gebeurt vaak tegen het hoogste belastingtarief, van 49,5 procent. Dat is veel meer dan een ondernemer terug zou krijgen, als die de aftrekpost ten laste van zijn winst zou doen.
De constructie kan zelfs zo aantrekkelijk zijn dat beleggers meer geld terugkrijgen dan zij zelf investeren. “De wet is erg ruim”, zegt Nouwen, “waardoor de deur open staat voor allerlei fiscale constructies en agressieve beleggingsproducten die gebruikmaken van dit soort aftrekposten”.
Bewijslast bij de fiscus
De constructie heeft de Belastingdienst de afgelopen jaren veel hoofdbrekens gekost. Eerder werden op dezelfde manier investeringen in zeeschepen, zonnepanelen en mestverwerkingsinstallaties gedaan. Achteraf probeerde de fiscus veel van die aftrekposten te betwisten, maar dat is niet eenvoudig. De bewijslast dat er geen sprake is van ondernemerschap, ligt dan bij de fiscus.
Los van de vraag of de constructie wettelijk gezien mag of niet, een staatssecretaris zou zich er niet mee moeten inlaten, zegt hoogleraar belastingrecht Jan Vleggeert van de Universiteit Leiden. “Ik vind eigenlijk dat een staatssecretaris van Financiën niet in dit soort structuren zou moeten zitten. Ook al vindt hij misschien zelf dat het allemaal in de haak is.”
“Ik vind dat hier sprake is van belastingontwijking”, zegt Vleggeert. “De aftrekposten zijn bedoeld om milieuvriendelijke investeringen van ondernemers te stimuleren. Hier worden ze als beleggingsproduct verkocht aan vermogende particulieren. Terwijl de gemiddelde Nederlander met een normaal salaris en een beetje spaargeld daar geen toegang toe heeft.”
‘Saillant’
Al in juni namen NOS en Nieuwsuur contact op met Idsinga over de investering, nog voordat hij aantrad als staatssecretaris. In een reactie liet hij toen weten dat er vooraf overleg is geweest met de Belastingdienst “om er zeker van te zijn dat de regels goed waren geïnterpreteerd en zouden worden nageleefd”.
Afspraken zijn schriftelijk vastgelegd in een zogeheten ruling, liet Idsinga destijds weten. “De Belastingdienst heeft een en ander achteraf gecontroleerd en positief geconcludeerd”, zo zei hij. De Belastingdienst zei niet te kunnen reageren op vragen over individuele belastingplichtigen.
Vleggeert noemt zo’n afspraak met de fiscus “saillant” en vraagt zich af “waarom de Belastingdienst hier eigenlijk aan meewerkt”. “En als dat al zo is, zou ik graag willen weten welke constructies er dan nog meer zijn en onder welke voorwaarden de Belastingdienst daaraan meewerkt.”
Toelichting
De afgelopen weken is er meermaals contact gezocht met het ministerie van Financiën om Idsinga vragen te kunnen stellen over de constructie en een gesprek op achtergrondbasis. Daar was de staatssecretaris niet toe bereid.
Tijdens een toelichting op zijn aftreden ontkende Idsinga stellig dat zijn terugtreden te maken zou hebben met de vragen naar zijn investering in het algenbedrijf. De kwalificatie van zijn investering als belastingontwijking noemde hij “onzin”.