De Raad van State (RvS) heeft het ministerie van Binnenlandse Zaken woensdag gelijk gegeven in een zaak tegen de gemeente Utrecht, die draaide om de verantwoordelijkheid over inkomenspolitiek. De hoogste bestuursrechter oordeelde dat die bij de landelijke overheid ligt en niet bij gemeenten.
Het is volgens de RvS niet aan de gemeente Utrecht om op eigen gezag te besluiten dat inwoners met een laag- of bijstandsinkomen die wél een beetje spaargeld hebben, makkelijker een kwijtschelding voor hun gemeentelijke belastingen kunnen aanvragen. „Het voeren van inkomensbeleid is geen gemeentelijke aangelegenheid, maar een zaak van het Rijk”, schrijft de hoogste bestuursrechter.
Nederlanders met een laag- of bijstandsinkomen die willen sparen, gaan er veelal financieel op achteruit. Hoeveel is afhankelijk van de gezinssamenstelling, maar het kan gaan om duizenden euro’s. Zij krijgen te maken met de zogeheten ‘vermogensgrens’. Dat is het maximum dat je aan spaargeld op de bank mag hebben staan om voor kwijtschelding van belastingen in aanmerking te komen.
Deze lat ligt lager dan in de Participatiewet van 2014 werd vastgesteld. Op die manier passeren mensen met een beetje spaargeld al snel de vermogensgrens – en gaan er zo dus op achteruit. De gemeente Utrecht becijferde dat zo’n 2.500 huishoudens door de regelgeving in een armoedeval belanden. Net als veel andere gemeenten en de Tweede Kamer, roept Utrecht het Rijk al lange tijd op de vermogensgrens te verhogen, waardoor sparen geen financiële achteruitgang impliceert.
‘Geld voor uitvaart’
Gemeenteraadslid Rick van der Zweth (PvdA) noemde een concreet voorbeeld waarvoor een hogere vermogensgrens zou helpen: “Een vrouw in de bjjstand wilde alvast geld opzij zetten voor haar eigen uitvaart, zodat haar nabestaanden dit niet hoeven te betalen. Maar zodra ze boven de vermogensgrens komt, moet ze weer interen op spaargeld”.
„Het is een heel kleine wijziging die een groot effect kan hebben”, zegt de Utrechtse GroenLinks-fractievoorzitter Julia Kleinrensink tegen NRC. Zij diende afgelopen jaar een voorstel in om het probleem dan maar als gemeente op te lossen.
Een probleem voor Kleinrensink: de gemeente gaat niet over de hoogte van de vermogensgrens, dat is aan de Rijksoverheid. Desondanks besloot de raad in december vorig jaar zelf de lat te verhogen. Toenmalig minister van Binnenlandse Zaken (BZK) Hugo de Jonge ging daar niet in mee en besloot het Utrechtse plan nietig te verklaren. Volgens hem was er sprake van inkomenspolitiek, en dat is een Haagse aangelegenheid.
Hierop tekende Utrecht beroep aan bij de Raad van State. “De huidige regelgeving straft Utrechters af voor het sparen van voldoende geld”, stelden de advocaten namens de gemeente tijdens een zitting in juli. Zij richtten zich ook op het zware middel dat door BZK is ingezet. Volgens hen is het de vraag of de minister direct had mogen overgaan tot vernietigen. “Het is een grote inbreuk op de democratisch gekozen gemeenteraad in Utrecht”, aldus de advocaten.
De landsadvocaat wierp tegen dat een gemeente inwoners die daadwerkelijk in de knel komen op andere manieren kan helpen, zoals via de bijzondere bijstand. Een gunstiger kwijtscheldingsregime in Utrecht zou daarnaast voor ongelijkheid zorgen met andere gemeenten. Nietigverklaring was dan ook proportioneel, aldus de advocaat namens het ministerie van Binnenlandse Zaken.
‘Niet vooruit lopen’
De Raad van State is het eens met de redenering van de Rijksoverheid: Utrecht ging haar boekje te buiten. In de Tweede Kamer zijn inmiddels moties aangenomen om de vermogensgrens aan te passen. „Dat betekent niet dat de gemeenteraad van Utrecht vooruit mag lopen op keuzes die de landelijke wetgever moet maken”, stelt de Raad van State. Tegelijk heeft de Raad „begrip” voor de „wens” om inwoners in de bijstand „de mogelijkheid te geven om een financiële buffer voor onverwachte uitgaven op te bouwen”.
Raadslid Kleinrensink (GL) vindt het „jammer” dat Utrecht geen gelijk kreeg. „Maar de Raad van State erkent het probleem wel. En het is heel duidelijk dat de minister nu eindelijk verantwoordelijkheid moet nemen om dit te regelen.”
Lees ook
Gemeente Utrecht vaart eigen koers in armoedebeleid – en overtreedt soms de wet