De Nederlandse arbeidsmarkt betreden is relatief makkelijk voor Oekraïners, zegt Liliia Frantsishko (31), die als officemanager bij Tony’s Chocolonely werkt. „Ik kende Nederland al een beetje omdat ik in Oekraïne werkte voor Royal Wagenborg”, een maritieme dienstverlener. „Toen de oorlog uitbrak ben ik met mijn kinderen hiernaartoe gekomen. Ik volgde lessen Nederlands bij de UvA en kon snel aan de slag.”
Bijna zes op de tien Oekraïense vluchtelingen hebben een baan in Nederland, meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) maandagochtend. Er zijn ruim 92.000 Oekraïense vluchtelingen tussen de 15 en 65 jaar in Nederland. In 2023 had 55 procent van de Oekraïense vluchtelingen in Nederland een baan, een jaar eerder was dat 44 procent.
Oekraïense vluchtelingen die na de Russische invasie eind februari 2022 naar Nederland kwamen, hebben geen werkvergunning nodig. Ze hebben een juridische uitzonderingspositie ten opzichte van andere asielmigranten van buiten de Europese Unie. Doorgaans mogen asielzoekers het eerste halfjaar dat ze in Nederland zijn niet werken.
Kateryna Klymenko (43) werkt als marketingmanager bij rederij DFDS in Vlaardingen en woont met haar dochter in Maassluis. „In maart 2022 kwam ik meteen naar Nederland”, vertelt ze door de telefoon. „Toen ik merkte dat we hier lang zouden blijven ben ik cursussen gaan volgen en binnen vijf maanden had ik een goede baan bij DFDS. Omdat ze internationaal werken was het niet erg dat ik niet echt Nederlands sprak, Engels spreken was voldoende. Mijn dochter spreekt goed Nederlands, ze zit nu in groep 5 op een Montessorischool.”
Twee kleine kinderen
Liliia Frantsishko (31) werkte in Nederland eerst bij olie- en gasbedrijf Perenco. „Maar daar vond ik het niet fijn. De manager wilde niet met me praten, het was ver weg en ik kon nooit vanuit huis werken terwijl ik met twee kleine kinderen zat.” Ze vond werk bij EclecticIQ en daar had ze het goed, totdat het bedrijf financiële problemen kreeg en mensen moest ontslaan. „Dat was echt heel jammer. Het was heel fijn om daar te werken: een leuk team, er waren kansen om door te groeien en ik had een beter salaris.” Via recruiter She Matters kon ze terecht bij Tony’s Chocolonely . „Daar werk ik nu sinds een jaar als officemanager.”
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data127531788-8d3d41.jpg|https://images.nrc.nl/0qGN0jNn-uXIdGJ3B4u9haLQQKk=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data127531788-8d3d41.jpg|https://images.nrc.nl/GOdAJze-fXe69DbzoQXQUzEnpMA=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data127531788-8d3d41.jpg)
De integratie op de arbeidsmarkt van Oekraïense vluchtelingen gaat beter dan die van asielzoekers, ziet hoofdeconoom Peter Hein van Mulligen van het CBS. De meerderheid van de Oekraïense vluchtelingen werkt via een uitzendbureau of als oproepkracht en heeft een tijdelijk contract. „Werk is een heel belangrijk middel om ergens te settelen”, zegt Van Mulligen. „Omdat Oekraïners meteen mogen werken, leren ze de taal sneller en komen ze eerder echt in dienst bij een bedrijf. Andere asielzoekers moeten vaak jaren wachten. Waardoor hun afstand tot de arbeidsmarkt alleen maar groter wordt.”
Wel is het zo dat Oekraïense vluchtelingen, net als andere migranten, vaak onder hun opleidingsniveau werken, ziet Van Mulligen. Ze werken voornamelijk in de zakelijke dienstverlening of in de bedrijfstak handel, vervoer en horeca. Mannen en vrouwen uit deze groep werken evenveel. „De Nederlandse arbeidsmarkt is krap, zeker als het gaat om uitvoerend laaggeschoold werk. Het is een meevaller voor de werkgever die zit te springen om arbeidskrachten.”
Ook in andere Europese landen zien we dat deze groep substantieel bijdraagt aan het ondervangen van een gat op de arbeidsmarkt
Nostalgische gedachten
De juridische uitzonderingspositie die Oekraïners hebben, geldt in alle EU-landen en is onlangs opnieuw met een jaar verlengd, tot maart 2026. „Hoe langer het conflict duurt, hoe meer Oekraïners zich echt vestigen in het land waar ze terecht zijn gekomen”, zegt Van Mulligen. „Ook in andere Europese landen, zoals Polen, Duitsland en Italië, zien we dat deze groep substantieel bijdraagt aan het ondervangen van een gat op de arbeidsmarkt.”
Dat geldt ook voor Liliia Frantsishko en Kateryna Klymenko. Geen van beiden verwacht nog terug te gaan naar Oekraïne. Frantsishko heeft inmiddels een huis gekocht in Amsterdam en Klymenko huurt een appartement in Maassluis. De vraag of ze ooit teruggaat, is een heel erg lastige, legt ze uit: „Ik word erg nostalgisch als ik aan Oekraïne denk, maar op basis van wat ik nu van de oorlog zie, verwacht ik niet dat we snel terug kunnen. Je wil niet dat je kind nu in Oekraïne opgroeit. Het onderwijs in Nederland is goed. Voor mijn dochter is het beter als we hier blijven. Ik wil niet dat ze het trauma van weer vertrekken moet herbeleven.”
Ook voor Frantsishko zijn de kinderen de reden om in Nederland te blijven. „Mijn kinderen zijn nu vier en zes. Mijn oudste dochter zit in groep drie, ze schrijft beter Nederlands dan Oekraïens, en weet niet beter dan hier te zijn. Ik denk niet dat mijn kinderen nog in Oekraïne zouden kunnen aarden. Nederland is goed voor ons. Het onderwijs is hier beter, de omgeving is gezonder.”
Wat haar betreft is er in Nederland wel veel veranderd sinds hun aankomst in 2022: „De eerste maanden dat we hier waren zijn we enorm goed geholpen. Nu zijn Nederlanders de oorlog moe. Ze zijn nog steeds aardig hoor en ik heb ook geen hulp meer nodig. Ik weet nu hoe het systeem werkt en we redden ons.”