NOS Nieuws•
De Nederlands-Israëlische zakenman Avraham Roet is op 96-jarige leeftijd overleden. Hij zette zich jarenlang in voor het teruggeven van Joodse goederen die in de Tweede Wereldoorlog gestolen waren.
Roet overleed afgelopen woensdag in Zürich, meldt zijn familie een overlijdensadvertentie in De Telegraaf. Daarin prijst de familie zijn “onwrikbare inzet en toewijding” aan alle mensen die op zoek waren naar gerechtigheid nadat ze slachtoffer waren geworden van de vervolging tijdens de Tweede Wereldoorlog.
In een andere advertentie die mede is ondertekend door Chanan Hertzberger van het Centraal Joods Overleg wordt Roet een ‘strijder’ genoemd, van wie zijn werk en tomeloze inzet van onschatbare waarde zijn geweest. “Hij was een pionier en leidende kracht in de restitutie van gestolen Joods bezit voor Nederland en Israël”.
Zoeken naar nabestaanden
Roet groeide op in Amsterdam in een orthodox-joods gezin met zeven kinderen, schrijft het Verbond Belangenbehartiging Vervolgingsslachtoffers. Zijn grootvader, twee zusjes en een pleegbroer werden vermoord in de vernietigingskampen. De ondergedoken Avraham overleefde, net als zijn ouders en drie broers.
Na de oorlog verhuisde Roet naar Israël. Op verzoek van de Israëlische regering zocht hij naar nabestaanden van Holocaustslachtoffers die aanspraak zouden kunnen maken op niet-opgeëiste bezittingen. Dat waren bezittingen die werden meegenomen door de bezetter, nadat Joodse families waren afgevoerd naar de vernietigingskampen.
Teruggeven kunst
In 2019 schreef Roet in het NRC dat het haast onmogelijk is om geroofde kunst te claimen. De meeste rechthebbenden zijn immers omgebracht in de oorlog. Wie overleefde was te jong of had in die tijd wel iets anders aan zijn hoofd dan het terughalen van meegenomen kunst. In het opiniestuk pleitte hij voor een snelle en eerlijke oplossing. Veel kunstobjecten zijn in het bezit van de overheid en musea.
Op een bijeenkomst van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed zei Roet vorig jaar nog altijd kritisch te zijn op het Nederlandse beleid. “Iedere restitutie is groot nieuws in de pers. Maar laten we eerlijk zijn: het is in totaal misschien twee of drie procent van het totaal dat kan worden teruggegeven.”
De afgelopen jaren zijn door musea regelmatig kunstobjecten teruggeven aan Joodse nabestaanden. Eerder deze maand werd oud-minister Lodewijk Asscher benoemd tot voorzitter van een commissie die advies gaat uitbrengen over de toekomst van duizenden kunstvoorwerpen die in de oorlogsjaren door het naziregime in Nederland zijn geroofd of onder dwang zijn aangekocht.