Natuurlijk vroeg deze halfjaarlijkse viering van jou op de rekening om een foto van jou. De zwart-wit-huwelijksopenhartigheid waarin je haar semi-ironisch maar eigenlijk niet ironisch maar daarom echt ironisch op de dansvloer doopt, zou maar zo vaak opnieuw kunnen worden gepost, anders zou het zijn charme verliezen. En hierin lag de kneep. Want wat zou jouw uitdrukking moeten zijn?
Het was niet jouw schuld dat je, ondanks je vele prestaties, zowel persoonlijk als professioneel, eindelijk als de man op Instagram terechtkwam (de man trouwde met mevrouw – ja – 150.000 volgers en er komen er nog steeds bij). Je was gewoon een slachtoffer van de tijd! En je wilde haar zeker niet ondermijnen. Maar er moest wel gesignaleerd worden. Het lijkt erop dat je hier niet van geniet. Want dat was je echt niet. Of misschien was je dat wel.
De waarheid was dat je was vergeten hoe het was om in een boot te roeien, in het buitenland te dineren, te zien, een kind op de rug te vervoeren, je voeten bij het vuur te leggen (“maakt een gemeen vuur!”) of in slaap te vallen op de bank naast je hond zonder laten vastleggen voor de rekening. Verdraagzaamheid – opgewekte verdraagzaamheid – leek prima om te projecteren, dus daar ging je mee door, met op elkaar gedrukte lippen en een uitdrukking van tolerantie in de ogen: ‘Ik weet dat jij weet dat ik het weet’, maar absoluut niet ondermijnend. Een uitdrukking van schaamte voor rijkdom; Oké, je hebt me betrapt; nobel verplicht; #ik heb een echte baan; handen zijn gebonden; iedereen doet het; Wat moest ik doen, nee zeggen?
De moloch rolde verder. En het grappige was: zij was het niet meer alleen! Mensen hielden van je! Ze wilden dat je je eigen account zou starten. Ze pleitten voor meer, een spin-off. “Charles heeft de leiding!” zij smeekten. “Jerrysworld, mooi alsjeblieft!” Bertinthetuin. Chateaudave. Timisaansalcoholisch. Alancanpickle. Of een gezamenlijke rekening… met je hond! “Ik zal het hem moeten vragen!” ze zou ingetogen commentaar geven (vermoedelijk bedoelde ze jou, niet de hond). Het was vleiend als de hel.
Twee jaar later stond je tegenover de Rubicon. De weg voorwaarts leidde naar eeuwige glorie. Nu terugtrekken, in naam van steeds vagere principes als ‘privacy’ en ‘een echt leven leiden zonder sociale media’, leek een teleurstelling. Je haalde diep adem en rechtte je schouders. En ik probeerde de consternatie in de ogen van je hond te negeren toen je riep: ‘Hé! Ik ga gewoon naar het centrum rennen en wat tiki-fakkels, D-batterijen en een windmachine pakken! Beweeg niet!”